Logo Bijbelvers.net

2 Koningen 14:9



Statenvertaling
Maar Joas, de koning van Israël, zond tot Amázia, den koning van Juda, zeggende: De distel, die op den Libanon is, zond tot den ceder, die op den Libanon is, zeggende: Geef uw dochter mijn zoon ter vrouw; maar het gedierte des velds, dat op den Libanon is, ging voorbij, en vertrad den distel.

Herziene Statenvertaling*
Maar Joas, de koning van Israël, stuurde Amazia, de koning van Juda, deze boodschap: De distel die op de Libanon groeit, stuurde de ceder die op de Libanon groeit, deze boodschap: Geef uw dochter aan mijn zoon tot vrouw. Maar de dieren van het veld die op de Libanon lev­en, kwamen voorbij en vertrapten de distel.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar Joas, de koning van Israel, zond aan Amasja, de koning van Juda, dit antwoord: De distel op de Libanon zond tot de ceder op de Libanon de uit­nodiging: geef toch uw dochter aan mijn zoon tot vrouw. Maar de dieren des velds op de Libanon kwamen voorbij en vertrapten de distel.

King James Version + Strongnumbers
And Jehoash H3060 the king H4428 of Israel H3478 sent H7971 to H413 Amaziah H558 king H4428 of Judah, H3063 saying, H559 The thistle H2336 that H834 was in Lebanon H3844 sent H7971 to H413 the cedar H730 that H834 was in Lebanon, H3844 saying, H559 Give H5414 ( H853 ) thy daughter H1323 to my son H1121 to wife: H802 and there passed by H5674 a wild H7704 beast H2416 that H834 was in Lebanon, H3844 and trode down H7429 ( H853 ) the thistle. H2336

Updated King James Version
And Jehoash the king of Israel sent to Amaziah king of Judah, saying, The thistle that was in Lebanon sent to the cedar that was in Lebanon, saying, Give your daughter to my son to wife: and there passed by a wild beast that was in Lebanon, and trode down the thistle.

Gerelateerde verzen
Ezechiël 20:49 | 2 Samuël 12:1 - 2 Samuël 12:4 | 2 Kronieken 33:11 | 2 Kronieken 25:18 | 1 Samuël 13:6 | Job 31:18 | 2 Kronieken 25:10 - 2 Kronieken 25:13 | Hoséa 9:6 | Hooglied 2:2 | Spreuken 26:9 | Richteren 9:8 - Richteren 9:15 | 1 Koningen 4:33 | Jesaja 34:13